• 088 - 833 88 88
  • Gratis en vrijblijvende intake
  • 7 dagen per week 08:00 - 22:00

Uithuisplaatsing (UHP)

De uithuisplaatsing is een gezag beperkende maatregel waarbij het kind geplaatst wordt in een instelling. Het kind kan ook in een gesloten instelling worden geplaatst. Een uithuisplaatsing kan vrijwillig of gedwongen plaatsvinden.

Plaats direct je vraag

Advocaat Uithuisplaatsing

Een machtiging tot gedwongen uithuisplaatsing wordt door de kinderrechter gegeven, tezamen met een ondertoezichtstelling. Bij een ondertoezichtstelling, zal het kind in beginsel thuis blijven wonen. Indien de Raad voor de Kinderbescherming vindt dat het voor het kind te risicovol is om bij de ouders te blijven wonen, kan zij de rechter echter om een uithuisplaatsing verzoeken. De uithuisplaatsing kan nodig zijn om de ontwikkeling en het welzijn van de jongere te bevorderen. Doel van de uithuisplaatsing is om te zorgen dat het kind weer thuis kan gaan wonen.

Advocaat en uithuisplaatsing

De uithuisplaatsing is de meest ingrijpende kinderbeschermingsmaatregel die genomen kan worden. Het is daarom van belang dat hier zorgvuldig mee wordt omgegaan. Eerst moeten alle minder ingrijpende alternatieven zijn geprobeerd, of het moet hoogst waarschijnlijk zijn dat deze alternatieven zullen falen.

Moet je op een zitting verschijnen of is jouw kind met spoed uithuis geplaatst? Een jeugdrechtadvocaat kan je bijstaan tijdens de zitting. Als je het niet eens bent met een uitgesproken uithuisplaatsing kan een jeugdrechtadvocaat jou inlichten over de mogelijkheden van hoger beroep. Ook indien je het niet eens bent met beslissingen die worden genomen door de zorginstelling waar het kind geplaatst is, kan een advocaat van belang zijn. Bij ontevredenheid zal eerst geklaagd moeten worden bij de instelling zelf of een klachtencommissie. De gang naar de rechter staat echter ook altijd open. Een advocaat kan je helpen om tegen een besluit van de jeugdzorginstelling beroep in te stellen bij de rechter.

Wanneer zal mijn kind uit huis worden geplaatst?

Er wordt niet zomaar overgegaan tot een uithuisplaatsing. Het is een laatste redmiddel en wordt alleen ingezet indien de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind ernstig wordt bedreigd. Hierbij kun je denken aan ernstige verwaarlozing of mishandeling. Voor een uithuisplaatsing is een machtiging van de kinderrechter nodig. Een kinderrechter kan een machtiging uithuisplaatsing afgeven wanneer:

  • De verzorging en opvoeding van een jeugdige in het geding zijn.
  • Onderzoek naar de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van de jeugdige noodzakelijk is.

Voorbeeld
Elsa en Gerben zijn beiden zwakbegaafd en heel blij met elkaar. Na een jaar is Elsa in verwachting. Zij krijgen een kind, maar dit blijkt moeilijker dan verwacht. Elsa en Gerben kunnen de zorg zelf eigenlijk niet aan en de sociale omgeving is onvoldoende in staat om te helpen. Zij weigeren echter hulp van buiten af. Het kindje wordt zwaar verwaarloosd. Ook een ondertoezichtstelling blijkt onvoldoende te helpen, omdat de gezinsvoogd niet altijd aanwezig kan zijn. De kinderrechter besluit op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot uithuisplaatsing.

De procedure van een verzoek tot uithuisplaatsing duurt ongeveer 3 weken. Meestal doet de rechter direct na de zitting een uitspraak. Als de kinderrechter wat meer tijd nodig heeft zal deze binnen twee weken na de zitting uitspraak doen. Deze uitspraak ontvang je dan schriftelijk thuis. De kinderrechter kan het verzoek toewijzen, aanhouden of afwijzen. Indien het verzoek wordt toegewezen vindt de kinderrechter het noodzakelijk dat het kind uit huis wordt geplaatst. Ook in een noodsituatie kan een uithuisplaatsing worden uitgesproken tezamen met een voorlopige ondertoezichtstelling. De ouders worden in dat geval niet gehoord voorafgaand aan de beslissing van de rechter. Indien het verzoek wordt aangehouden, kan de kinderrechter nog geen inhoudelijke beslissing nemen, omdat er bijvoorbeeld nog nader onderzoek nodig is. Het verzoek tot uithuisplaatsing zal dan op een later moment nog worden behandeld. Als de kinderrechter vindt dat een uithuisplaatsing niet nodig is, wijst hij het verzoek af.

Wanneer laat ik mijn kind vrijwillig uit huis plaatsen?

Een kind opvoeden is niet eenvoudig. Als je een kind hebt met ernstige gedrags- of ontwikkelingsproblemen kan het zijn dat de ouders de situatie of opvoeding van het kind thuis niet meer aankunnen. Meestal biedt een gezinsvoogd dan hulp in de thuissituaties. Soms is dit echter niet voldoende en is het nodig dat een kind (tijdelijk) ergens anders woont. Ouders kunnen dan ook vrijwillig overgaan tot een uithuisplaatsing. Hun kind gaat dan tijdelijk of langer in een instelling of pleeggezin wonen.

Wat gebeurt er bij een uithuisplaatsing?

Het kind wordt dan ondergebracht in een tehuis of bij een pleeggezin. Het kind wordt bij voorkeur in een gezin geplaatst. Soms kan dat bij familie of vrienden. Als plaatsing in een gezin niet mogelijk is vanwege ernstige gedragsproblemen, wordt het kind in een instelling geplaatst. Een gezinsvoogd houdt toezicht op het kind en de ouders. Samen met de ouders wordt er vastgesteld wat er moet veranderen. Ook wordt er een omgangsregeling vastgesteld, zodat duidelijk is hoe vaak en wanneer de ouders contact kunnen hebben met hun kind. De ouders mogen contact houden met het kind. Alleen indien dit door de jeugdzorginstelling noodzakelijk wordt geacht, kan het contact tussen de ouders en het kind worden beperkt. Het contact kan de ouders en het kind niet geheel worden ontzegt. Hiertegen kun je bezwaar maken bij de kinderrechter. Een jeugdrechtadvocaat kan je hierbij helpen.

Ben je het als ouder niet eens met de uithuisplaatsing? Dan kun je aan de jeugdzorginstelling vragen om de uithuisplaatsing te stoppen of de termijn te verkorten. Kinderen vanaf 12 jaar kunnen dit verzoek ook indienen. De jeugdzorginstelling moet binnen twee weken schriftelijk reageren. Indien je het niet eens bent met de beslissing van de jeugdzorginstelling kun je een procedure bij de kinderrechter starten. Een advocaat kan je bij dit proces bijstaan met raad en daad. Klik hier om in contact te komen met een advocaat gespecialiseerd in het jeugdrecht.

Wie kan een verzoek tot uithuisplaatsing indienen?

Een verzoek tot uithuisplaatsing kan worden ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, een gecertificeerde jeugdzorginstelling op gemeentelijk niveau of het Openbaar Ministerie.

Hoelang duurt een uithuisplaatsing?

Uithuisplaatsing duurt maximaal één jaar en/of tot een kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Op verzoek van de gezinsvoogd of van de Raad voor de Kinderbescherming kan uithuisplaatsing door de kinderrechter echter worden verlengd met telkens een termijn van maximaal een jaar.

Het kind wordt pas bij de ouders teruggeplaatst indien zij kunnen aantonen dat de situatie voldoende stabiel is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van het kind weer op zich te nemen. Een terugplaatsing moet ook in het belang van het kind zijn. Ook als het kind weer thuis mag wonen, kan het zo zijn dat een ondertoezichtstelling gehandhaafd blijft. Een gezinsvoogd kan dan verdere ondersteuning geven aan zowel de ouders als het kind, zonder dat het noodzakelijk is dat het kind in een instelling of bij een pleeggezin verblijft.

Zijn er kosten verbonden aan een uithuisplaatsing?

Je betaalt een eigen bijdrage voor een uithuisplaatsing. Voor de bedragen kun je terecht op de website van het CAK, de organisatie die sinds 1 januari 2015 de ouderbijdragen int.

Wat zijn mijn rechten bij een uithuisplaatsing?

Ben je het niet eens met een uithuisplaatsing? Dan kun je ten eerste tijdens de zitting aan de kinderrechter laten weten waarom. Als je als ouder niet reageert en niet op de zitting verschijnt dan beslist de kinderrechter zonder jouw inbreng. De kinderrechter nodigt ook de minderjarige uit voor een kindgesprek. Als het gaat om een machtiging voor gesloten jeugdhulp, dan krijgt de minderjarige een eigen oproep voor de zitting. De minderjarige krijgt dan tevens een advocaat toegewezen en mogen zelfstandig verweer voeren. Wil je advies, hulp bij het opstellen van de stukken of bijstand tijdens de zitting? Een advocaat is in deze procedure niet verplicht, maar het kan verstandig zijn deskundig advies te vragen.

Mocht de machtiging tot uithuisplaatsing toch worden gegeven, dan kun je in hoger beroep gaan. Je hebt daarvoor een advocaat nodig. Binnen drie maanden na de uitspraak dien je in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof. Indien je het niet eens bent met een uitspraak van het gerechtshof kun je nog in cassatie gaan. Ook dit moet binnen drie maanden na de uitspraak gebeuren. Een jeugdrechtadvocaat kan je inlichten over de mogelijkheid van hoger beroep. Als de situatie gewijzigd is, kan een advocaat je helpen om de uithuisplaatsing te beëindigen of te verkorten. Tijdens de uithuisplaatsing neemt de betreffende jeugdzorginstelling beslissingen over het kind. Ook hiertegen kun je in beroep gaan bij de rechter.

Leg direct je vraag voor aan een advocaat