Beroep en hoger beroep
Beroep bij de rechtbank volgt op de beslissing op bezwaar van het bestuursorgaan. Je kunt in beginsel pas in beroep als je de bezwaarschriftprocedure hebt doorlopen.
Plaats opdracht
Beroep en hoger beroep advocaat
Indien je het niet eens bent met de beslissing van het bestuursorgaan in de bezwaarschriftprocedure, dan is het instellen van beroep bij de rechtbank de volgende stap. Aan het instellen van beroep zijn dezelfde eisen en termijnen verbonden als aan het indienen van een bezwaarschrift.
Ook bij beroep geldt dat je in principe zelf mag procederen. Zeker daar waar de belangen serieus zijn, is het echter verstandig een advocaat in te schakelen. Het liefst reeds in de fase van bezwaar. Indien in het begin van de procedure niet de juiste gronden worden aangevoerd, dan kan dat later voor problemen zorgen. Bovendien zijn het procesrecht en het bestuursrecht complexe rechtsgebieden waardoor de expertise van een gespecialiseerde advocaat geen overbodige luxe is. Maar weinig mensen hebben genoeg kennis van het verloop van een procedure en de complexe wetten en regels die op hun zaak van toepassing zijn, om zelf te kunnen procederen. Een advocaat zal beter in staat zijn om de rechter te overtuigen van jouw standpunten en de rechter eventueel te wijzen op de van toepassing zijnde regels en rechtspraak. In de praktijk blijkt dan ook dat vrijwel iedereen die een procedure start, een advocaat in de arm neemt.
Een advocaat voert niet alleen gerechtelijke procedures. Een advocaat adviseert over jouw rechten en plichten, bemiddelt, onderhandelt en onderhoudt contact met de tegenpartij. Een advocaat moet bovendien vertrouwelijk omgaan met de informatie die je hem verteld. Hij heeft een beroepsgeheim.
Voorbeeld
Peter heeft een bouwvergunning aangevraagd bij de gemeente, maar deze wordt afgewezen. Hij gaat zelf in bezwaar, maar ook bij de beslissing op bezwaar blijft de gemeente bij zijn oordeel. Peter besluit een advocaat in te schakelen. De advocaat komt erachter dat Peter een aantal gronden niet heeft genoemd. Het is nog maar de vraag of de rechter deze gronden nog mee kan nemen in zijn beslissing.
Hoe gaat de beroepsprocedure in zijn werk?
Ben je het niet eens met de beslissing op het bezwaarschrift van het bestuursorgaan? Bijvoorbeeld over de aanvraag van een vergunning of over een bestemmingsplan? Dan kun je in beginsel binnen zes weken na deze beslissing in beroep bij de rechtbank. De bezwaarschriftprocedure moet dus eerst zijn doorlopen, voordat je in beroep kunt gaan. Je kunt het bestuursorgaan in het bezwaarschrift wel verzoeken om in te stemmen met een rechtstreeks beroep bij de rechtbank. Deze toestemming kan worden verleend indien het aannemelijk is dat je er samen met het bestuursorgaan niet uit zal komen.
Het is belangrijk om de beslissing op bezwaar goed te lezen, omdat hierin staat wat jouw rechten en plichten zijn. In een bestuursrechtprocedure zal de bestuursrechter beoordelen of een bepaalde overheidsinstantie, zoals een gemeente, het UWV of de Belastingdienst, wel de juiste beslissing genomen heeft. Een bestuursrechtprocedure wijkt dus af van anders juridische procedures, zoals een civiele procedure (letselschade of het aansprakelijkheidsrecht) of een strafrechtprocedure.
Een beroepschrift moet worden ondertekend, bevat naam en adres van de indiener, kent een omschrijving van het besluit waartegen het beroep gericht is en noemt de gronden van het beroep (art. 6:5 Awb). Het is verstandig om het beroepschrift aangetekend te versturen, zodat je bewijs hebt dat het op tijd is verstuurd. Ook is het mogelijk om een zogenaamd pro forma beroepschrift in te dienen. Stel je niet binnen zes weken beroep in, dan wordt het beroepschrift namelijk niet meer inhoudelijk behandeld. Met een pro forma beroepschrift maak je kenbaar dat je wel in beroep wilt gaan, maar dat je nog niet aan alle voorwaarden die worden gesteld aan een beroepschrift kunt voldoen. Bijvoorbeeld indien er nog gronden ontbreken. De rechtbank zal na een pro forma beroepschrift binnen twee tot vier weken vragen om aanvulling van de gronden van het beroepschrift. Hierdoor heb je dus extra de tijd om het beroepschrift van een goede onderbouwing te voorzien. Indien je de gronden niet op tijd aanvult, zal het beroep niet ontvankelijk worden verklaard.
Voorbeeld
Je ontvangt een uitkering van het UWV. Door een hernia kun je niet meer werken. Het UWV schakelt een arts in die tot de conclusie komt dat je wel weer kunt gaan werken. Je bent het hier niet mee eens en ook jouw eigen arts is van mening dat dit niet verstandig zou zijn. Het bezwaar wordt door UWV echter afgewezen. Je wilt hiertegen in beroep en schakelt een advocaat in. De advocaat heeft echter meer tijd nodig om een verklaring van een andere arts te bemachtigen. Hij dient een pro forma beroepschrift in om de beroepschrift termijn veilig te stellen.
Naar aanleiding van het beroepschrift dient het bestuursorgaan met een verweerschrift te komen. Hierbij moeten ook alle relevante stukken aan de rechtbank worden toegestuurd. De rechter doet, soms direct en soms na een zitting, schriftelijk uitspraak. De rechter is niet verplicht om een zitting te laten plaatsvinden.
Met het instellen van het beroep worden de gevolgen van het besluit van het bestuursorgaan niet opgeschort. Het indienen van beroep heeft dus, net als het maken van bezwaar, geen schorsende werking. Wil je wel dat het besluit van het bestuursorgaan een halt wordt toegeroepen? Dan kun je de rechtbank in bepaalde gevallen vragen om een voorlopige voorziening te treffen, waarover hieronder meer informatie.
Wanneer kan ik een spoedprocedure starten?
Het besluit van het bestuursorgaan blijft tijdens de bezwaarschriftprocedure en de beroepsprocedure van kracht. De beslissing van het bestuursorgaan moet worden nageleefd totdat de het bestuursorgaan (in bezwaar) of de rechter (in beroep) tot een ander oordeel komt. Hierdoor kan grote schade ontstaan, terwijl misschien achteraf blijkt dat de beslissing van het bestuursorgaan niet terecht was. Ook kun je in financiële problemen komen. Je kan daarom ook tijdens de beroepsprocedure aan de rechter vragen om een voorlopige voorziening te treffen. Dit is een aparte procedure die plaatsvindt naast de bezwaar of beroepsprocedure. Er vindt dan op korte termijn een zitting plaats, waarna de rechter kan besluiten om de beslissing van het bestuursorgaan te schorsen. Voorwaarde voor een voorlopige voorziening is dat je hier een spoedeisend belang bij hebt en er al een bezwaar of beroepsprocedure loopt. De rechter zal dus kijken of je voldoende belang hebt bij een voorlopige maatregelen en een inschatting maken van de kans dat je uiteindelijk in het gelijk zal worden gesteld.
Wat zijn de kosten van een procedure bij de bestuursrechter?
Anders dan bij een bezwaarschrift, zijn er aan een beroepsprocedure kosten verbonden. Dat komt omdat jouw beroep naar de rechtbank gaat – sector bestuursrecht. Kosten die in verband met de beroepsprocedure gemaakt moeten worden zijn griffierechten (kosten in verband met de behandeling van de zaak door de rechter) en andere proceskosten, zoals kosten voor een advocaat, mediator of gerechtsdeurwaarder, reiskosten of kosten in verband met het inschakelen van deskundigen of getuigen. De hoogte van het griffierecht is afhankelijk van de zaak. Rechtsbijstand komt alleen voor vergoeding in aanmerking indien dit beroepsmatig is verleend.
Kun je de kosten van een advocaat niet betalen? Dan kan het zijn dat je in aanmerking komt voor een toevoeging/gesubsidieerde rechtsbijstand. De hoogte hiervan is afhankelijk van je inkomen en vermogen.
Ben je door de rechter in het gelijk gesteld? Dan zal het bestuursorgaan vaak de door jou gemaakte griffierecht en proceskosten moeten vergoeden. Dit heet een proceskostenveroordeling. De rechter kan hiertoe ambtshalve of op verzoek van de belanghebbende besluiten. Indien de rechter na een gegrond beroep niet besluit tot een proceskostenveroordeling dient deze beslissing te worden gemotiveerd. Tegen een proceskostenveroordeling kan hoger beroep worden ingesteld.
Bij welke bestuursrechter kan ik terecht?
Bij welke bestuursrechter je terecht komt, is afhankelijk van waar jouw zaak over gaat. De rechtbank gaat over zaken omtrent uitkeringen, belastingen of vergunningen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gaat over zaken die te maken hebben met mededinging (verboden prijsafspraken), tarieven van medische specialisten en landbouwsubsidies. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) gaat over zaken die te maken hebben met sociale zekerheid, bijstand en ambtenarenrecht. Bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (RvS) gaat het vaak om onderwerpen op het gebied van het milieu of de ruimtelijke ordening. Het gaat telkens om geschillen tussen burger en overheid. De beroepsprocedures van de rechtbank, CBb, CRvB en RvS verlopen hetzelfde.
Hoelang duurt de beroepsprocedure?
In totaal kan een gerechtelijke procedure bij de bestuursrechter wel 6 tot 12 maanden duren.
Bij vrijwel alle bestuursrechtelijke zaken is inmiddels de nieuwe zaaksbehandeling ingevoerd. Doel hiervan is zaken sneller op zitting te brengen en te komen tot een definitieve oplossing voor het geschil. Uitgangspunt is dat zaken 13 weken nadat het beroepsschrift is ingediend op zitting komen. Door zaken sneller op zitting te laten komen wordt geprobeerd eerder tot een definitieve oplossing van het geschil te komen. Dat kan ook doordat de rechter samen met partijen onderzoekt of het conflict niet op een andere manier kan worden opgelost dan met een uitspraak van de rechter. Denk hierbij aan mediation. Bij mediation wordt door een onafhankelijke bemiddelaar tussen jou en het bestuursorgaan bemiddelt. Samen kom je tot een oplossing waar jullie je beiden in kunnen vinden. De afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst. Alleen als zowel jij als het bestuursorgaan aan mediation willen meewerken wordt dit traject in werking gezet. Mediation kan sneller zijn en is over het algemeen minder juridisch/formeel dan een gerechtelijke procedure. Indien de mediation niet lukt, dan kan de beroepsprocedure worden voortgezet. Tijdens de zitting kan de rechter ook besluiten om een tussenuitspraak te doen, waarbij het bestuursorgaan in de gelegenheid wordt gesteld om een gebrek in het besluit te herstellen.
De rechter kan mondeling of schriftelijk uitspraak doen. Een mondelinge uitspraak kan direct aan het einde van de zitting zijn. Een schriftelijke uitspraak doet de rechter meestal binnen 6 weken na de zitting. De rechter probeert zoveel mogelijk een definitieve beslissing te nemen.
Ben je het niet eens met een uitspraak van de bestuursrechter?
Ben je het niet eens met een uitspraak van de bestuursrechter, dan staat nog het hoger beroep open. Je kunt hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep (sociaal zekerheidsrecht en ambtenarenrecht), de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (milieu, ruimtelijke ordening, bouwzaken en kapvergunningen) of het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (sociaal economisch bestuursrecht, zoals de mededingingswet). Dit kan binnen 6 weken na de uitspraak van de rechter. Heb je meer tijd nodig? Dan kun je een voorlopig beroepschrift indienen, om te voorkomen dat de termijn voor het indienen van beroep verloopt. Meestal heb je dan nog 4 weken de tijd om de gronden van het hoger beroep aan te voeren.
Voorbeeld
Je hebt bezwaar gemaakt tegen een afwijzing van een WIA uitkering. Na bezwaar blijft het UWV echter bij zijn beslissing. Ook de rechter oordeelt dat je niet in aanmerking komt voor een WIA uitkering. Je laatste mogelijkheid is om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep. Hierna zul je je bij de uitspraak neer moeten leggen.
Het is verstandig om een uitspraak van de rechter door een advocaat of jurist te laten lezen. Een uitspraak is meestal moeilijk te begrijpen. Een gespecialiseerde advocaat kan oordelen of het zinvol is om in hoger beroep te gaan. Bovendien is de procedure van hogere beroep vaak complex. Je kansen op succesvolle gerechtelijke procedure kunnen dan ook sterk toenemen door een advocaat in te schakelen in hoger beroep
Indien je besluit om in hoger beroep te gaan dien je een hoger beroepschrift in te dienen. Hierin geef je aan waarom je het niet eens bent met het oordeel van de rechtbank. Het is verstandig om het hoger beroepschrift aangetekend te versturen. Zo kun je later bewijzen dat het op tijd is verstuurd.
Ben je het niet eens met een uitspraak van een hoger gerechtshof? Alleen bij belastingzaken kun je in cassatie bij de Hoge Raad. Je moet dan wel eerst een bezwaarschrift bij de Belastingdienst en beroepschrift bij de belastingkamer van het Gerechtshof hebben ingediend. De termijn voor het instellen van een cassatieberoep is zes weken na de uitspraak van de belastingkamer van het Gerechtshof. Bij andere zaken staat er geen cassatieberoep open.