Hoger beroep
Het gebeurt regelmatig dat de rechter een uitspraak doet waar je het niet mee eens bent. In zo’n geval is het mogelijk om in hoger beroep te gaan.
Leg direct je vraag voor aan een advocaat
Hoger beroep in een civiele zaak
Wanneer je in een civiele procedure in hoger beroep wilt gaan ben je verplicht om een advocaat in te schakelen. Er zijn twee soorten civiele procedures en in beide procedures kan je in hoger beroep gaan:
Dagvaardingsprocedure:
Je start een hoger beroep procedure door een dagvaarding in hoger beroep (appèldagvaarding) te versturen aan de tegenpartij en het gerechtshof. De termijn voor het instellen van hoger beroep is drie maanden. Je kunt dit niet zelf doen, dit moet je advocaat doen. In de appèldagvaarding leg je uit waarom de uitspraak van de rechter vernietigd moet worden.
De tegenpartij kan reageren op de dagvaarding. Dit heet de memorie van antwoord. Ook voor de andere partij is een advocaat verplicht.
Na deze schriftelijke procedure kan het gerechtshof een aantal dingen besluiten:
- Extra informatie: Het gerechtshof vraagt de partijen om naar een zitting te komen om meer informatie te geven.
- Pleidooizitting: Soms verzoeken advocaten van de partijen hiertoe. Dit is een zitting waarbij het gerechtshof een toelichting geeft.
- Tussenarrest: Het gerechtshof maakt dan een tussenbeslissing. Vaak houdt dit in dat het gerechtshof vraagt om extra bewijs.
- Eindarrest: In dit geval doet het gerechtshof meteen een einduitspraak en sluit daarmee de zaak.
Verzoekschriftprocedure:
Je gaat in hoger beroep door binnen de termijn van drie maanden na de uitspraak een beroepschrift te sturen naar het gerechtshof. Ook hier is het niet mogelijk om dit zelf te doen maar moet een advocaat dit doen. In het beroepschrift doe je een verzoek aan de rechter om de uitspraak te vernietigen. Soms komt het voor dat er grote belangen op het spel staan waardoor snel een uitspraak moet worden gedaan. In dergelijke gevallen kan worden gevraagd om een voorlopige herziening.
Hoger beroep in strafrecht
In een strafrechtelijke procedure moet je binnen twee weken na de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gaan. Je kunt zelf hoger beroep instellen bij de rechtbank, maar het is ook mogelijk om iemand anders machtigen om dit voor je te doen, zoals een advocaat. Daarnaast is het mogelijk om hoger beroep te laten instellen door de griffier. Je geeft de griffier dan een volmacht om dit te doen.
In de hoger beroepsfase wordt uitspraak gedaan door het Gerechtshof. Bij hoger beroep is er altijd een zitting. Je kan ervoor kiezen om zelf mee te gaan naar de zitting, maar je kan ook je advocaat machtigen om het woord voor je te doen tijdens de zitting. Je hoeft dat zelf niet te komen naar de zitting. Na de zitting doet het Gerechtshof binnen twee weken uitspraak.
Als je hoger beroep wilt instellen terwijl je in de gevangenis zit kan je dit doen door middel van een een schriftelijke verklaring waarin staat dat je hoger beroep wilt instellen. Deze verklaring overhandig je dan aan het hoofd van de gevangenis waar je verblijft. Die zal er vervolgens voor zorgen dat er hoger beroep wordt ingesteld.
Hoger beroep in bestuursrecht
Als je eerder bezwaar en beroep hebt ingesteld bij de bestuursrechter kan je, wanneer je het niet eens bent uitspraak in beroep, in hoger beroep gaan. Hoger beroep kan worden ingesteld bij twee instanties, afhankelijk van het onderwerp van de zaak:
- Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State:
Dit is de instantie die de meeste zaken in hoger beroep behandeld. Voorbeelden van zaken die hier kunnen worden behandeld zijn zaken over bestemmingsplannen, vergunningen of subsidies. - Centrale Raad van Beroep:
Als je zaak een geschil over sociale verzekeringen, sociale voorzieningen of over ambtenarenzaken betreft kan je in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep.
Ook tijdens het hoger beroep is het verstandig om een advocaat in de hand te nemen.
Cassatie
Ben je het ook niet eens met de uitspraak in hoger beroep? Dan kun je in cassatie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad bestaat uit drie verschillende kamers voor de verschillende rechtsgebieden. De Hoge Raad oordeelt niet meer over de feiten maar kijkt alleen of er aan de procesregels is gehouden en of de uitspraken voldoende zijn gemotiveerd. Er kan dus niet meer worden getwist over de feiten van de zaak.